De klapekster is een vogel ter grootte van een merel, met een haaksnavel zoals de roofvogels er eentje hebben. Het verenkleed is een mengsel van grijs, zwart en wit. De bovenzijde van de kop- en de oorstreek zijn zwart. De klapekster heeft ook een witte wenkbrauwstreep. Ze hoort bij de familie der klauwieren en is een uiterst zeldzame broedvogel, die voornamelijk doortrekt en overwintert in heideachtige gebieden met liefst enkele meidoornstruiken in de beplanting. Ze spiesen namelijk hun prooi op een scherpe doorn of op prikkeldraad, zodat ze de prooi in stukken kunnen trekken met hun sterke haaksnavel.

Klapeksters eten kleine vogels, kleine zoogdieren, kikkers en hagedissen. De buit wordt vastgeklemd tussen takken, en soms dus ook opgeprikt. Klapeksters zitten vaak op een uitkijkpost, met hun staart voortdurend in beweging. Als je ze wil zien, moet je je aandacht dus richten op de toppen van struiken en bomen in onze heidegebieden in deze tijd van het jaar.