Roland Minten (93) uit Halen sleepte de hoofdprijs in de wacht in de verhalenwedstrijd van het Davidsfonds van Herk-de-Stad. Samen met Herkenaar Roger Dooms eindigde hij op de eerste plaats. Ook Greta Adriaens en Bart Gruyters vielen in de prijzen. “Deze verhalenwedstrijd was een alternatief voor Toast Literair, dat in de coronaperiode niet kon plaatsvinden”, vertelt Marc Mellen van het Davidsfonds.

Roland Minten voelde zich de koning te rijk. “Schrijven zit me kindsbeen af in de vingers”, vertelt hij. “Ik doe het nog altijd heel graag. Schrijven doe ik met de hand. Een computer is aan mij niet besteed. Ik heb nog altijd de vaste hand van mijn beroep als uurwerkmaker.”

Voor zijn bekroonde verhaal dook Roland in zijn jeugdjaren. “Net voor de Tweede Wereldoorlog - ik was toen tien jaar oud - lagen er in Herk-de-Stad soldaten, die in het Harlazpark loopgrachten groeven. Die loopgrachten groef ik thuis in de tuin na. Het ouderlijk huis stond vlakbij de kerk, waar ooit een kerkhof was geweest. Zo kwam het dat ik op een dag het hoofd van een skelet opgroef. Daar wikkelde ik een papier rond om er een voetbal van te maken. Een buurvrouw bestempelde dat als heiligschennis en zei dat de overledene me wel zou komen halen. Het maakte me doodsbang, zodat ik het hoofd snel weer in de grond stak. Toen net in die periode militaire vliegtuigen in de lucht hingen, werd ik pas echt bang. Opeens stormde mijn moeder de kamer in. ‘De oorlog is begonnen’, riep ze. Daarmee viel een pak van mijn hart. Die vliegtuigen kwamen niet om mij te halen.” lw