“Na een vlotte voorsprong viel er bij ons enige decompressie te bespeuren”, blikt Matthijs Verhanneman nog even terug op de thuismatch van vorige zaterdag tegen Gent. “We waren niet scherp genoeg meer en Gent kon daarvan profiteren om de tweede set te winnen. De verdienste ook van enkele invallers bij Caruur die de geboden kans met beide handen grepen. Jammer voor opposite Michiel Ahyi die bij ons na het setverlies weer naar de kant moest voor Pablo Koukartsev. In sets drie en vier stelden we zonder veel problemen opnieuw orde op zaken.”“Ik denk niet dat er in de match van woensdag verstoppertje zal worden gespeeld met het oog op de bekerfinale van 26 februari tegen hetzelfde Menen”, vervolgt de aanvoerder van Roeselare.

“Toch niet bij ons. Er is het derby-aspect, maar ook het feit dat sponsor Beobank liefst achthonderd mensen heeft uitgenodigd. Er zal dus geen plaats zijn om ons te verstoppen in een volle Tomabelhal. Figuurlijk zeker niet. Er zullen allicht heel wat mensen zijn die voor het eerst naar een volleybalwedstrijd op Liga-niveau komen kijken. Aan ons dus om reclame te maken voor onze sport.”

Speculaties zijn voor buitenstaanders

Knack lijkt dit seizoen in eigen land wel onklopbaar. Dus liggen er liefst drie rode lopers klaar. Een op weg naar de halve finales in de CEV Cup met Maaseik als tegenstander in de kwartfinales. Een volgende naar de vijftiende bekerwinst uit de clubgeschiedenis tegen buur Menen en ten slotte die op de weg naar een veertiende landstitel.

“Die rode lopers liggen misschien wel klaar, maar we moeten ze nog altijd uitrollen ook”, besluit Matthijs Verhanneman. “Buitenstaanders mogen dergelijke speculaties of hypotheses maken. Wij spelers in geen geval. Tegen Maaseik of tegen Menen zoals woensdagavond: we gaan in elke wedstrijd voluit voor winst.”