© Dirk Ottenburghs

© Dirk Ottenburghs

© Dirk Ottenburghs

© Dirk Ottenburghs

© Dirk Ottenburghs

COLUMN - Waarom we juist blij moeten zijn met molshopen in onze tuin

Wellen -

Dirk Ottenburghs van Limburgs Landschap leidt ons rond in de wondere wereld van de Limburgse natuur.

Dirk Ottenburghs

Ik zie ze graag komen: de vele molshopen in mijn tuin. Een teken dat ik een gezonde en luchtige bodem heb achter mijn huis. Mijn dagelijkse ronde om ze even met de schop uit elkaar te gooien, neem ik er graag bij. Ik ben er mij bewust van dat ik menig tuinliefhebber momenteel de gordijnen injaag. Je netjes biljartvlakke gazon ontsierd door ‘lelijke’ hopen grond? Een schande. Neen, het is eigenlijk een zegen! Ik leg even uit waarom.Mollen zijn op zoek naar voedsel in jouw tuin; vooral regenwormen. Dat ze jouw tuin uitkiezen, betekent dat er leven zit in de bodem. Dat is een goed teken, want zonder een evenwichtig bodemleven kunnen we ook niet spreken van gezonde omgeving. Daarnaast zorgen diezelfde zwarte gravers dat de grond een stevige verluchting krijgt. Een vaste bodem bevat minder zuurstof, dus minder kans om mooie bloemen en planten te laten groeien. Mollen zijn gratis aan het werk in jouw tuin. Daar kan je toch alleen maar voor zijn.Daarnaast zijn het niet alleen nuttige diertjes, maar vooral fascinerende wezens. Het zijn levende graafmachines. Op een uurtje verzetten ze ruim 15 kg aarde en produceren ze 12 tot 15 meter aan gangenstelsels. Voor een beestje van maar 11 tot 16 cm lang is dat een enorme prestatie. Zeker als je weet dat het volledig handwerk is. Dat er nu meer hopen opduiken dan in de rest van het jaar, heeft een aantal redenen. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, gaan mollen niet in winterslaap. Ze hebben het zelfs drukker in deze periode. Door de vrieskou gaan hun prooien – de regenwormen – een stukje dieper zitten. Hierdoor moeten de mollen nieuwe gangen graven en zo ook meer aarde verzetten. Die werken ze dan naar boven in de - zo gehate - molshopen. Vanaf nu kun je die ‘vruchtbare hoopjes’ noemen; want het zijn de ideale plekjes om een bloemenweide mee te starten. Zelf strooi ik binnenkort – als de lentezon wat meer kracht krijgt – op elke plek waar ik die molshoop uit elkaar duw een handjevol bloemenzaden. Zo kan ik de ganse zomer genieten van een plukje kleurenpracht, dankzij mijn hardwerkende molletjes.Ik kan ze niet bedanken. Want zien, doe je ze niet vaak. Ik zou het anders wel leuk vinden als ze eens naar mij komen zwaaien, met hun enorme voorpoten. Daar hebben ze trouwens geen vijf, maar zes vingers aan. Een geschenk van de evolutie. Voor mij een teken dat mollen echt lieve wezentjes zijn met enkel goede bedoelingen. Want met zes vingers lukt het nooit om je middenvinger naar iemand op te steken. (Foto’s: Jente Kasprowski – Danny Lechanteur – Koen Thonissen)

https://limburgs-landschap.be/

Aangeboden door onze partners