COLUMN: Waarom dassen hun gevoeg niet thuis doen
Dirk Ottenburghs van Limburgs Landschap leidt ons rond in de wondere wereld van de Limburgse natuur.
Ze komen nu meer naar buiten, onze dassen. Het is niet zo dat ze een winterslaap achter de rug hebben. Die houden ze niet. Ze zijn gewoon in de koudere periode wat minder actief en blijven dan het liefst in hun burcht. Een ingewikkeld doolhof van gangen en kamers die elk hun functie hebben. Eentje dient als kraamkamer, waar de vrouwtjes nog maar net enkele blinde en kale jonge dassen ter wereld hebben gebracht.Dassen doen het goed. Ze nemen langzaam maar zeker toe, gelukkig. Want onze Vlaamse panda heeft een zware tijd achter de rug. Ze werden ooit sterk bestreden. Net zoals elk dier dat in de ogen van de toenmalige bevolking als een bedreiging werd gezien. De lijst was lang. Dassen werden zelfs ingezet bij wrede en barbaarse hondengevechten. Met gebroken kaken en uitgetrokken klauwen maakten ze geen schijn van kans. Gelukkig liggen die tijden achter ons. Het aantal dassenhaters is gedaald tot een klein groepje zonderlingen die nog in die tijden zijn blijven hangen. Het grote probleem is ondertussen eentje met vier wielen. Heel veel dassen sneuvelen in het verkeer. Maar toch lijken de dassenpopulaties ook deze tegenslagen te verwerken.Het zijn geen bloeddorstige roofdieren. Enkel als je een worm of een slak bent, voor hen geldt deze regel wel. Het menu van de das is zeer divers. Van insecten tot kruiden en lekker fruit. Daarnaast vind ik het vooral propere beestjes. Hun sociaal leven is zeer goed ontwikkeld. Zo zie je, als je ooit het geluk hebt om een familie te mogen observeren, dat ze hun maatjes helpen bij het onderhoud van hun vacht. Uitgebreide krabsessies zorgen ervoor dat parasieten weinig kansen krijgen. Maar het meest fascinerende zijn, wat mij betreft, hun toiletgewoontes. Om hun burcht netjes te houden, doen ze hun behoefte ver van hun kamers. Een bijkomende reden is dat ze op deze manier gevaarlijke indringers niet via een geurspoor naar hun woonplaats lokken. Ze graven op een vaste plek putjes van een tiental centimeter diep. Daarin draaien ze met heel veel gevoel voor netheid een lekker drolletje. Voor elk kakje een apart putje. Alvast een teken van hun aanwezigheid. Niet de meest sexy manier om dassen te ontdekken. Maar soms moet je tevreden zijn met zulke waarnemingen. Ik word blij van elk kakje dat ik zo tegenkom. Lachend of niet.
COLUMN - Waarom we deze biggen moeten laten leven
“Haspengouw veel meer dan bloesems”: ‘Hart van Haspengouw’ is klaar voor erkenning als Landschapspark
COLUMN: waarom deze zwarte zuiderling even halt houdt in Schulensbroek
In ere herstelde natuurpareltje Klein Uylenbroek gaat komende jaren geheimen prijsgeven
COLUMN Limburgs Landschap - Moddersmijters voor het leven
ANALYSE. Hoe (Alder)we(i)reldgoal Genk een anticlimax bezorgde
Zo hevig was het feest: kampioensbeker van Antwerp sneuvelt al na... een kwartier
KRC Genk blijft verweesd achter na knotsgekke apotheose: “Van de hemel naar de hel”
Anticlimax komt ook binnen bij supporters: beteuterde gezichten na mislopen Genkse titel
RECONSTRUCTIE. Zo liepen de slotminuten in de onwaarschijnlijke titelstrijd in de Jupiler Pro League
Wouter Vrancken: “Het seizoen duurde voor ons twee minuten te lang”